Doorgaande lijn groep 5-8

Home → Thema’s & Lessen voor groep 3/4 → Familie →


Doorgaande lijn groep 5-8

Thuis op school – Mijn familie 3/4 – Doorgaande lijn groep 5-8

Groep 5-6:

De hierboven genoemde activiteiten bij groep 3 /4 (1 Introductie, 2 Wat wij samen doen, 4 Regels thuis en 5 Feesten) ook zijn ook in groep 5 en 6 te gebruiken.

Onze huizen, onze buurt
Volg de procedure zoals beschreven voor groep 3 /4 (zie hierboven, activiteit 6: Waar ik woon).
Maak een woordenlijst met alle woningtypes uit de klas. Scan de plattegrond van de wijk / het dorp. Laat de leerlingen hun woning fotograferen. Print de foto’s in miniformaat en vraag de leerlingen om de foto van hun huis op de juiste plaats op te plakken, met hun naam erbij. Ze schrijven een tekst over een aantrekkelijke plek in hun eigen buurt of een plek waar ze een speciale herinnering aan hebben en typen die op de pc. Prik de prints van de leerlingteksten rond de plattegrond en geef iedere leerling twee spelden en een draad om hun foto te verbinden met hun tekst.

ICT
De leerlingen die dicht bij elkaar wonen zoeken in tweetallen elkaars eigen straat en woning op met google maps en bekijken de straat met google streetview, of kijken op google earth. Ze kunnen hun straat en woning eventueel printen via print screen, opslaan in Word. Laat hen de print van hun straat of straten bij de plattegrond plakken en met een pijl verwijzen naar de precieze plek(ken).

Digitale geletterdheid / mediawijsheid
Bespreek met de klas of je de plattegrond zult fotograferen en op het weblog van de school zetten. Vraag hen: Mag iedereen weten waar je woont? Bij wie zou dat niet zo zijn? Bekende Nederlanders, politici, vluchtelingen, illegalen? Kan iemand nog een andere reden hebben om zijn adres niet bekend te maken?

Een stamboom van 3 of 4 generaties
(Zie ook hierboven bij groep 3 / 4, activiteit 7: Mijn stamboom)
De leerlingen maken een digitale stamboom van vier generaties bij één van hun ouders (overgrootouders, grootouders, ouders, ooms en tantes en hun kinderen) met jaartallen van geboorte en eventueel overlijden. Zie voor meer info ondermeer: http://ict-en-onderwijs.blogspot.nl/2011/02/stamboom-maken.html
Ze printen de stamboom en plakken er mini-printjes van foto’s bij, die ze zelf kunnen maken, kunnen scannen of opzoeken op pagina’s van familieleden in de ‘social media’

Zet de leerlingproducten op de website van de klas of hang ze aan de wand. Maak er een ‘speurtocht’ bij met vragen als: Wie heeft een grote familie, wie een kleine? Wie heeft de oudste datum, wie de nieuwste? etcetera. De leerlingen kiezen een stamboom die lijkt op die van henzelf, en een die juist heel verschillend is. In een snelronde lichten ze toe waarom ze dat vinden. Besteed terloops aandacht aan gezinnen met meer ouders, of ouders van hetzelfde geslacht. Check vooraf of de betreffende leerlingen dat wel willen.

Groep 7-8:

Klassencorrespondentie: onze wijk
(Zie ook hierboven bij groep 5 / 6, activiteit 1: Onze huizen)
Scan de plattegrond van de wijk / het dorp. Laat de leerlingen in tweetallen elkaars woning opzoeken met Google streetview of Google earth en een printje maken. Ze interviewen elkaar over het huis en de buurt. Ze stellen in ieder geval vragen over wat er fijn aan is en hoe hun droomhuis eruit ziet. Dat kunnen ze fotograferen of tekenen. Iedere leerling maakt een verslag van het interview met die klasgenoot. Print de foto’s in miniformaat en laat de leerlingen hun huis en de tekst erover op de juiste plaats inplakken, met de voorstelling van hun droomhuis erbij. Wissel (via klassencorrespondentie, per mail en met gebruikmaking van de website van de klas) zo mogelijk uit met een groep 7 /8 in een erg verschillende woonomgeving. Als je leerlingen vooral in flats wonen bijvoorbeeld met een klein dorp, of een oude stadswijk met een omgeving waar alles nieuw is, zoals Almere. Wellicht hebben leerlingen in hun familie leeftijdgenoten in andere plaatsen; vraag hen om die leerlingen te polsen of ze voor een uitwisseling voelen. Zo ja, benader dan de leerkracht via het mailadres van de school.

Digitale geletterdheid / mediawijsheid
Bespreek of iedereen mag weten waar je woont. Bij wie zou dat niet zo zijn? Bekende Nederlanders, politici, vluchtelingen? Kan iemand nog een andere reden hebben om zijn adres niet bekend te maken?

Toen en nu: hoe leefden mijn (over) grootouders als 10-12 jarigen?
De leerlingen interviewen, eventueel in het kader van een individuele (verdiepings)opdracht, een van hun (over) grootouders over wat er vroeger anders was dan nu: Hoe was het toen zíj ongeveer 10 jaar waren? Wat vinden ze het belangrijkste verschil tussen hun eigen jeugd en jong zijn nu? Herhaal desgewenst eerst de technieken van interviewen en doorvragen. Als deze familieleden ver weg wonen, kunnen de leerlingen hen eventueel ook interviewen doen via skype of over de telefoon. Bespreek dan met de leerlingen of het volgens hen verschil maakt of je echt fysiek tegenover iemand zit of dat je letterlijk op afstand bent.
De leerlingen maken een kort, puntsgewijs verslag van het interview. In een kleine groep presenteert iedere leerling het eigen verslag, eventueel geïllustreerd met foto’s. De teksten en foto’s worden gepubliceerd in een boek voor de hele klas: Jong zijn, toen en nu. Elke klasgenoot maakt een post-it briefje met iets dat haar of hem opvalt of waar zij of hij meer over zou willen weten en plakt dat op de juiste pagina. De betreffende leerlingen beslissen zelf of ze nog vervolgvragen aan hun (groot) ouders willen stellen en toevoegen aan hun verslag.

Familie ver weg
Bespreek, bijvoorbeeld naar aanleiding van een eigen bezoek aan een familielid in het buitenland: Wie heeft familie die ver weg woont?
Hoe communiceer je met die familieleden? Zijn er in jouw familie meerdere talen? Wie in de klas spreekt nog een andere taal dan het Nederlands? Wie kan die andere taal ook schrijven? Laat de leerlingen een ver familielid kiezen, zo mogelijk van hun eigen leeftijd, waar ze graag iets over willen weten. Laat de leerlingen een brief of mail sturen met hun vragen, zo mogelijk in de moedertaal van het familielid. Aan de hand van het antwoord (of op basis van informatie van hun ouders) schrijven de leerlingen een korte tekst, eventueel met een vertaling in het Nederlands eronder. Die illustreren ze met een foto van de persoon of van een voorwerp dat bij die familie hoort.
Hang een wereldkaart op en verbind de plekken waar de genoemde familieleden wonen met het hart van de kaart: de plek van de school. Dat gaat gemakkelijk met twee spelden en een draadje. Doe aan de ‘verre’ speld een vlaggetje met de naam van de leerling wiens familie daar woont. Laat de leerlingen eventueel ook de afstand berekenen of de vlag van het land / de provincie of het gemeentewapen opzoeken op het internet.
Vraag hen ook of ze weten waarom die familie ver weg woont. Zijn er (voor)ouders geëmigreerd naar andere landen? Om welke redenen? Vinden ze het lastig om zo’n verre familie te hebben? Zijn er ook voordelen? (bijvoorbeeld: je hebt altijd een plek om te slapen als je op vakantie gaat; als je familie in het buitenland bezoekt blijf je meestal een paar weken en dan zie je elkaar heel veel, misschien meer dan de familie die dichtbij woont).

Digitale geletterdheid
Laat de leerlingen een powerpoint of Prezie maken over hun ver-wegge familie. Bespreek waar ze die willen publiceren. Willen ze die mailen, of bijvoorbeeld op Facebook zetten? Laat de leerlingen het bij hun familieleden navragen of ze daarmee akkoord gaan. Dit is ook een aanleiding om de foto’s te bespreken: Waar let je dan op bij het kiezen van een foto? Heb je zelf wel eens foto’s die je ‘stom’ vindt omdat je er niet opstaat zoals je zelf zou willen? Laat hen eventueel hun familieleden vragen om een foto te mailen die ze geschikter vinden.

Social media
Laat de leerlingen pagina’s van familieleden opzoeken en vraag hen of ze daar foto’s of teksten aantreffen die ze zelf niet zouden publiceren, en bespreek waarom ze dat niet zouden doen.
Komen ze ook voor op foto’s die ze liever niet gepubliceerd zouden zien? Bespreek wat ze kunnen doen om dat te veranderen.