Regels thuis

Home → Thema’s & Lessen voor groep 3/4 → Familie →

 

Regels thuis

Sociale relaties / thuis op school / mijn familie / regels thuis

‘Ik mag niet de onderste pyjama pakken’

Kern
De leerlingen verwoorden (ongeschreven) regels en fantaseren over ‘eigen’ regel.

Specifieke doelen Sociale competentie:

  • De leerlingen ontdekken dat het bij iedereen thuis een beetje anders is.
  • Ze tonen respect voor de thuiswereld van anderen.
  • Ze zien in dat regels nodig zijn voor prettige sociale relaties
  • Ze leren elkaar beter kennen en begrijpen

Taal: tussendoelen EN
Doelgericht taalgebruik in reële contexten
De leerlingen reflecteren op de motieven voor en de functie van regels
Het verwoorden van gedachten en denkvragen
De leerlingen denken na over het waarom van regels thuis
Onderhandelen over betekenissen
De leerlingen ontdekken dat in verschillende gezinnen verschillende regels gelden
Reflectie op communicatie
De leerlingen zien in dat een regel de communicatie kan verhelderen
Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven
De leerlingen bedenken een regel die ze thuis graag zouden willen hebben

Inzet ICT
De leerlingen typen een tekst in Powerpoint bij hun gescande tekening

Digitaal burgerschap:
De leerlingen wegen af of ze de eigen regel die ze thuis graag zouden willen, op het internet publiceren.

Middelen
Een werkblad voor “mijn gouden regel”

Inhoud

Introductiekring

Vraag de leerlingen wat een regel is en laat hen een regel noemen die ze belangrijk vinden. Ga na enkele voorbeelden met de leerlingen na op welke plekken speciale regels gelden: in de klas, op het schoolplein, op straat / in het verkeer, in de bus en thuis.
Geef een voorbeeld van een regel bij jou thuis, en waarom die regel er is.
Vraag de leerlingen naar regels bij hen thuis.

Aan het werk

Laat de leerlingen in zelfgekozen tweetallen gaan zitten. De leerlingen krijgen een werkblad en tekenen daar een wens: één regel van thuis die ze graag zouden willen veranderen. Vraag hen, eerst even na te denken en dan hun fantasieën over ‘wat er anders zou kunnen’ met elkaar te bespreken. Zo komen ze gemakkelijker op een idee. Ze maken een tekening bij hun ‘wens’.

Juf Gea (groep 3/4) vertelt dat ze met haar grote dochters een regel heeft afgesproken: ze laten altijd weten waar ze zijn en of ze bij iemand anders blijven slapen. Juf Gea vraagt: Hebben jullie een idee waarom ik dat afgesproken heb? Een leerling zegt: Anders ben je ongerust. Een ander: Dan is het onveilig. Juf Gea beaamt: Ja, anders lig ik de hele nacht wakker, dan maak ik me zorgen.
Dan vraagt Juf Gea: Wie heeft er thuis regels? Lionel zegt: Ik weet het niet. Maar al snel komen de regels vlot: Als mama praat mag je er niet doorheen praten; naar papa en mama luisteren; stil zijn als er iemand belt; niet rennen, want dan kan je vallen; je mag niet op de bank springen en niet op de tafel staan. Francy vertelt: Ik mag niet schreeuwen in huis want papa houdt niet van schreeuwen en we hebben parkieten en die schreeuwen ook al. Patricia vertelt: Niet zomaar een snoepje pakken maar eerst aan papa of mama vragen of het mag (en op juf Gea’s vraag of ze dat altijd doet antwoordt ze: Als ik soms met mijn vriendinnetje ben en papa en mama zijn weg, dan pak ik wel eens een snoepje). John zegt: Ik heb een regel thuis dat je niet te lang op de computer mag. Het blijkt een halfuur. Juf Gea bevestigt: Ja, dat is ook een regel. Weet je waarom je ouders die gemaakt hebben? John denkt: Omdat ze vinden dat ik ook buiten moet spelen. Bas zegt Ik heb geen regels thuis. Mag jij alles? vraagt juf Gea. Bas: Ik mag niet de hele week op mijn ds zitten.
Juf Gea vraagt of de leerlingen ook taken hebben in huis. Dat is een ander soort regel dan alles wat er niet mag. Iets wat je mag of moet doen. Daarmee boort ze een nieuwe bron aan: Soms zeggen papa en mama dat ik moet opruimen; Ik moet mijn zusje ophalen; Ik moet mijn vader en moeder laten uitslapen; Ik moet ook dekken soms; Ik moet altijd op tijd naar zwemles.
Juf Gea sluit het gesprek af. Ze vraagt de leerlingen om op een werkblad een tekening te maken van een regel, die ze graag zouden willen. Sommige leerlingen hebben meteen een voorbeeld: Dat je altijd snoep mag pakken als je dat wilt; Dat je rekenen gaat snappen; Ik vind dat mijn ouders ook een keer moeten doen wat ik zeg. De koningin van de dag ben ik dan, en dat iedereen speelgoed voor me gaat kopen. Twee meisjes schrijven bij hun tekening: Dat ik zelfstandig ben.

Uitwisselen

Laat de leerlingen in nieuwe tweetallen bij elkaar gaan zitten. Ze gaan elkaar vertellen welke nieuwe regel ze voor thuis bedacht hebben. Maak de koppels zo, dat ze samenwerken met een klasgenoot die ze niet zo goed kennen. Je kunt dat motiveren door te zeggen, dat het anders minder spannend is. Van een vriend of vriendin weten ze vaak al veel, zeker als ze ook bij elkaar thuis spelen.
Tot slot schrijven de leerlingen een zin bij hun tekening, of dicteren die aan de leerkracht.

Meester George (groep 3 / 4) leest voor uit Marja Baseler: Ik + jij = wij: zonder regels loopt alles in de soep (pag. 29). De tekst gaat over thuis. Hij vraagt de leerlingen welke regels bij hen thuis gelden.

Digitaal bewaren

Scan de tekeningen en laat de leerlingen er hun tekst bij typen of inspreken (in Powerpoint).

Kringgesprek: Publiceren?

Bespreek met de leerlingen of ze hun wens willen publiceren op het internet. Ze kunnen hem ook bewaren in hun persoonlijke file. Vraag hen of ze denken dat hun ouders hun wens zullen kennen, en of ze er thuis over willen praten. Zo niet, dan houden ze hem voor zichzelf.

Houd dit gesprek licht van toon. Het doel is, dat leerlingen zich realiseren dat publicatie kan betekenen dat anderen er vragen over gaan stellen. Als ze geen zin hebben om daar iets over uit te leggen, is het handiger om hem niet op het internet te zetten. Dan bewaren ze hem meer als een ‘dagboek’: alleen om zelf nog eens terug te lezen.

Terugblik

Als leerlingen hun wens op het internet gezet hebben, vraag dan de dagen erna wie al met ouders of andere familie heeft gekeken, en hoe ze reageerden. Moesten ze lachen, stelden ze nog vragen, legden ze uit waarom die wens niet kan, denk je dat er iets gaat veranderen?
Ook hier: houd het kort en licht. Als je vermoedt dat een leerling het lastig vond, praat er dan even apart over.

Tip:
Gebruik deze activiteit als startpunt voor het vaststellen van klassenregels (zie: De groep / zo werken wij / onze regels)

Vervolgactiviteit
Als de leerlingen al regels voor de klas hebben gemaakt, kun je hen vragen welke regel van de klas ze het liefst ook thuis zouden willen. Vraag hen en de anderen of dat ook echt zou kunnen.