Home → Thema’s & Lessen voor groep 3/4 → Gevoelens en kwaliteiten →
Boeken / verhalen
Identiteit, Gevoelens en kwaliteiten, Jeugdboeken
Starten met het voorlezen van een verhaal
Internetbronnen: www.boekenjeugd.nl; www.pluizuit.be
In het hoofdstuk In de spiegel / Wat ik voel (groep 1 / 2) staan prentenboeken voor 4-6 jarigen. Deze kunnen ook geschikt zijn voor groep 3 en 4.
Emoties algemeen
Voel je wat ik voel? De 150 mooiste gedichten over gevoelens voor kinderen
Verzamelbundel, diverse auteurs
Uitgever Davidsfonds/Infodok, 2009, 4-12 jaar
Voorleesboek.
Een verzameling van veel mooie gedichten, allemaal passend in een bepaalde gevoelscategorie. Honderdvijftig teksten van dichters als Willem Wilmink en A.M.G. Schmidt tot Edward van de Vendel en Daniel Billiet. De bundel bevat voor elk wat wils: voorleesbaar vanaf een jaar of 4 en zelf te lezen vanaf een jaar of 6, maar ook weer wisselend van moeilijkheidsgraad. Met register en auteurslijst.
Wat voel ik?
Oscar Brenifier – illustrator: Serge Bloch
Uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2005
Dit boek over gevoelens begint met ‘Bewijzen van liefde’ met daarin opvallende vragen als: “Hoe weet je dat je ouders van je houden? Wat is het beste, straffen of uitleggen?” en “Is liefde soms nee kunnen zeggen?” Bij ‘Ruzie’ is de leidvraag: “Waarom maak je ruzie met de mensen van wie je houdt?” De conclusie is een doordenker. Ze luidt: “De hevigste ruzies komen voor bij mensen die van elkaar houden.” Verder komen aan bod: jaloezie, liefde, vriendschap en verlegen zijn.
Emoties: Blij zijn
Klein mannetje vindt het geluk
Max Veldhuijs
Uitgeverij Leopold
Kikker is verliefd
Max Veldhuijs
Uitgeverij Leopold
Emoties: bang zijn
Naat. Ik durf!
Joke Guns – illustrator: Yoeri Slegers
Uitgeverij De Eenhoorn, 2011
Naat is een jongen van zeven die in de tweede klas zit. Hij houdt niet van drukte of veranderingen. Ook niet van pestkop, Jan. Wanneer de meester aankondigt dat ze op reis gaan met de klas, is iedereen blij behalve Naat. Hij wil niet mee. De meester kent Naat en gaat bij hem thuis om alles te bespreken zodat Naat weet wat er gaat gebeuren. De meester belooft ook dat hij niet bij Jan op de kamer moet slapen. Eens op reis valt het goed mee, ze leren zelfs over bosgeesten. ’s Nachts gaat Jan naar de kamer van Naat en zijn vrienden en probeert hen bang te maken door te spoken. Naat en zijn vrienden laten zich niet doen en sluipen de volgende nacht naar de kamer van Jan om hem terug te pakken.
Meester van de schaduw
Benny Lindelauf – illustrator: Bert Dombrecht
Uitgeverij DE EENHOORN, 2007
Sam is een angstige jongen, die niet houdt van nieuwe mensen en dingen. Hij is net met zijn moeder verhuisd en vindt dit helemaal niet leuk. Hij is ervan overtuigd dat de driekoppige Bloedman die vroeger onder zijn bed woonde, mee verhuisd is. Sam straalt zijn angst zo uit dat hij het ideale slachtoffer is om gepest te worden. Op de vlucht voor de jongens die hem pesten, belandt hij in een spookhuis. Daar ligt een boek dat hem helpt om zijn angst te overwinnen. Hij slaagt erin te reageren op één van zijn pesters en zo komt het uit dat dit ook een heel angstige jongen is. Enerzijds heeft Sam schrik voor heel concrete zaken zoals een nieuwe school, nieuwe mensen ontmoeten … Anderzijds vervalt hij in een grenzeloze fantasie waar hij zo door overspoeld wordt dat hij ’s nachts zelfs niet kan slapen. Zijn fantasie helpt hem echter ook om zijn angst te overwinnen.
Achter het donker
Stefan Boonen / ills. Katrien Claes
Uitgever Clavis/Delubas, 2002, serie Leesparade, 6-9 jaar
Wanneer Bram en Tibo met hun ouders in een chalet logeren, willen de vrienden graag buiten slapen in een tent. Maar ’s nachts blijkt het wel heel erg donker…
Tik tik tak
Anneke Scholtens / ills. Nicole Rutten
Uitgever Maretak, 2010, serie Top, 6-9 jaar
Beginnende lezers. Kim ziet vanuit haar bed ´s nachts vreemde schaduwen achter het raam. De mus vindt ze nog wel leuk, de kat aanvankelijk ook, maar die haalt met zijn poot naar haar uit. En als er een rat, en daarna een man met een haak en een lap voor zijn oog aanklopt, moet pap er snel aan te pas komen om haar te troosten. Gelukkig blijken de schaduwen afkomstig van de boom en is er niets engs aan de hand. Kim vertelt haar verhaal in de ik-vorm, wat voor sommige beginnende lezers nog wat moeilijk kan zijn. De illustraties tonen duidelijk de angstgevoelens van het kleine meisje, die weerspiegeld worden in haar knuffelkonijn. De dialogen worden voorafgegaan door een klein tekeningetje van het gezicht van de Kim en haar vader.
Merel is bang
Martine Delfos / ills. Sjeng Schupp
Uitgever Trude van Waarden Produkties, 2003, serie Therapeutische verhalen, 6-9 jaar
Voorleesboek. Therapeutisch verhaal over een extreem bang meisje, dat zichzelf uiteindelijk (min of meer gedwongen) weet te overwinnen in haar eerste stap(je) haar angst de baas te
worden. Zeer geschikt om mee te werken met kinderen vanaf 6 t/m 10 jaar.
Emoties: Boos
Het ik-ben-zo boos-dat-ik-bijna-niet-meer-weet-wat-ik-doe-boek
Gisela Frisen en P. Ekholm
Uitgeverij Leopold
Ben is boos
Hyawijn Oram
Uitgeverij Lemniscaat
Hoe het was toen Hein in een boze bui was
M. Gydal
Emoties: Jalouzie
Hoe word ik astronaut?
Loes Hazelaar – illustrator: Richard Verschraagen
Uitgeverij: Lannoo 2012
Pluto gaat naar een nieuwe school. Omdat hij wat zenuwachtig is en op een goed blaadje wil staan bij de kinderen in zijn klas, jokt hij dat zijn vader astronaut is. Dit maakt hem superpopulair bij Nova, maar Dirk is jaloers en gelooft er niks van. Juf probeert om Pluto zijn plaatsje in de klas te geven door hem een spreekbeurt over ruimtevaart te laten houden. Pluto maakt ook indruk op Nova door haar mee te nemen naar het Earth Explorer centrum, waar Pluto’s vader werkt. Pluto en Nova besluiten om Dirk een lesje te leren.
De brief
Inge Bergh – illustrator: Peter-Paul Rauwerda
Uitgeverij DE EENHOORN, 2008
Kaat is een beetje jaloers op haar broer, omdat hij geregeld post krijgt en zij nooit. Op een mooie dag besluit ze dan ook een brief voor hem weg te moffelen, zodat ze eindelijk zelf een brief heeft, ook al is die niet aan haar gericht. Wanneer ze alles opbiecht, is Tom heel boos, maar dan krijgt Kaat toch een brief; een echte brief, voor haar alleen. Een brief om te koesteren! Een heel herkenbaar verhaaltje over jaloersheid, ruzie en vriendschap tussen broer en zus, te lezen na ongeveer negen maanden leesonderwijs.
Boeken rond sterven
Dat is heel wat voor een kat, vind je niet?
Judith Viorst, Erik Beguad. Ill: Fleur van de Weel
Uitgeverij GOTTMER, 2007
PRENTENBOEK
Dit is een van de mooiste boeken over rouwen en verdriet verwerken voor jonge kinderen. Het boek, voor het eerst uitgegeven in 1971, behoort tot de klassiekers. Roetje, de poes van de ik-figuur, is dood. Het meisje is ontroostbaar. Niets is nog leuk. Mama belooft haar dat ze Roetje de volgende dag samen met papa en het buurmeisje Merel zullen begraven.Ze vraagt haar alvast tien mooie dingen over Roetje te bedenken om te vertellen op de begrafenis. Negen mooie dingen heeft ze bedacht. Roetje was dapper, slim, grappig, schoon, zacht en mooi. Hij at maar één keer een vogel op en hij snorde heel lief en soms sliep hij op haar buik. Het tiende mooie ding komt nog, zegt ze tegen mama. Merel beweert dat Roetje in de hemel is, maar daar gelooft het meisje niets van. Ze zegt heel nuchter dat Roetje onder de grond ligt. Ze krijgen er bijna ruzie om. Papa zegt: “We weten niet zo veel van de hemel. We weten eigenlijk niet zeker of-ie er is”. Het meisje gaat papa helpen in de tuin, samen stoppen ze zaadjes in de grond. Papa vertelt dat er blaadjes en bloemen zullen uitkomen want dat alles onder de grond verandert. “Ook Roetje?”, vraagt ze. “Ja”, zegt papa. “Hij zorgt ervoor dat de bloemen en de bomen en het gras kunnen groeien. Dat is heel wat voor een kat, toch?” Nu heeft het meisje het tiende mooie ding over Roetje gevonden.
Derk Das blijft altijd bij ons
Susan Varley
Uitgeverij Leminiscaat, 2006
Hoe het was toen Heins opa doodging
M. Gydal
Kwaliteiten
Kikker is Kikker
Max Velthuijs
Uitgeverij Leopold, 2012
PRENTENBOEK
Kikker is heel tevreden over zichzelf, tot hij er bij stilstaat wat zijn vriendjes allemaal kunnen wat
hij niet kan: Eend kan vliegen, Rat timmeren, Varkentje taarten bakken, en Haas lezen. Al deze dingen probeert Kikker zelf uit, maar hij faalt telkens. Helemaal teleurgesteld komt hij bij Haas aan die hem erop wijst dat hij zelf ook al die andere dingen niet kan, en bovendien niet zwemmen en springen zoals Kikker. Verzoend met zichzelf concludeert Kikker “Ik bof dat ik een kikker ben!”.
Iedereen is anders
Oscar Brenifier – illustrator: Jacques Després
Uitgeverij DAVIDSFONDS/INFODOK, 2011
PRENTENBOEK
‘Iedereen is anders’ is een boek vol psychologische tegenstellingen. In het boek komen tien duo’s met tegengestelde karakters aan bod: de ernstige en de speler, de simpele en de gecompliceerde, de expressieve en de discrete, enzovoort. Het boek is een pleidooi om onszelf en de anderen te aanvaarden, elk zoals we zijn, elk met onze eigen karaktertrekken. Elke karaktertrek heeft zo zijn goede en minder goede kanten. Door ons in de psychologie te verdiepen, leren we hoe iemand tegen zichzelf, het leven en de anderen aankijkt.
Wat ik kan
Ief Stuyvaert – illustrator: Greet Bosschaert
Uitgeverij CLAVIS, 2006
PRENTENBOEK
Daan kan niet zo goed voetballen als zijn neefje; hij zingt valser dan zijn buurmeisje en maakt meer rekenfouten dan zijn zus. Zijn juf tekent ontzettend veel beter en zijn oom kan heel goed timmeren. Eigenlijk vindt Daan dat hij niets kan en daar wordt hij een beetje triest van. Tot mama zijn pennenvruchten vindt… Dan blijkt dat Daan zijn gevoelens heel mooi op papier kan weergeven. “Hij dribbelt met woorden en laat zinnen zingen”, zoals mama het mooi uitdrukt. Zo ontdekt ook Daan zijn hoogstpersoonlijke eigen talent en bedenkt hij dat hij later voor iedereen boeken kan schrijven. Misschien wel een boek dat gaat over ieder zijn talenten en zo eindigt dit verhaal zoals het begint, wat een originele vondst is.
Een O om in te bijten
Kristien Dieltiens – illustrator: Marjolein Pottie
Uitgeverij CLAVIS, 2004
PRENTENBOEK
Bas is trager dan de rest van de klas. De klok kan hij nog niet lezen, maar kijken kan hij goed en verhalen uitvinden ook. Ze vertellen, dat is moeilijker, de woorden haperen soms in zijn mond. Bas heeft ook dyslexie. Gelukkig geeft de meester hem wat meer tijd. Gelukkig kan Bas af en toe naar een juf die hem helpt. Het verhaal van Bas toont enerzijds aan dat het leren lezen, schrijven, spellen en soms ook rekenen niet altijd van een leien dakje loopt. Anderzijds geeft dit verhaal ook een herkenbaar beeld van de talenten en vaardigheden die op schools vlak wel eens over het hoofd worden gezien.
Frederick
Leo Lionni
Uitgeverij Ankh-Hermes, 2008
Prentenboek