Wensen voor de klas

Home → Thema’s & Lessen voor groep 3/4 → Onze regels →

 

Wensen voor de klas

De groep / Onze regels / Wensen voor de klas

“Als we het een hele week goed doen, mogen we dan nog een spelletje doen, of knutselen, of vrijdag naar de voetbalkooi?”

Kern: De leerlingen formuleren hun eigen behoeftes voor een prettige sfeer in de klas

Specifieke doelen Sociale Competentie:

  • De leerlingen zien het belang in van afspraken
  • Ze willen bijdragen aan een prettige sfeer in de groep

Taal: Tussendoelen EN
Reflectie op communicatie
De leerlingen zien het verschil in effect tussen positieve en negatieve formuleringen.
Leerlingen kunnen hun mening geven (en beargumenteren), luisteren naar de meningen van anderen en die verwoorden
De leerlingen zijn zich, in het tweetal en in de hele groep, bewust van verschillende persoonlijke perspectieven; ze dragen bij een aan een formulering waar iedereen mee in kan stemmen; ze geven hun mening over de dringendste wensen voor de klas

Middelen
Een groot vel een ‘verbodsbord’ met het woord NIET.
Een grote zandloper of wekker die vijf minuten afmeet.
Kladblaadjes en per groepje een werkblad met de tekst Onze wensen voor de klas en onderaan: Onze namen of een placemat met in het middenvak: Onze wensen en Onze namen.

Voorbereiding
Bedenk van tevoren welke leerlingen je in een groepje / tweetal wilt laten samenwerken. Kies bij voorkeur leerlingen die elkaar niet zo snel zullen opzoeken. Zorg ook dat in ieder groepje een leerling zit die redelijk vlot kan schrijven. (Zie ook onder Samenwerken, Groepjes samenstellen).

Inhoud

Klassengesprek

Kom terug op de vorige activiteit. Vraag de leerlingen welke regels ze belangrijk vinden voor de klas. Hang het ‘verbodsbord’ duidelijk zichtbaar op en verwijs ernaar wanneer er voorbeelden komen met NIET.
Wat vind jij belangrijk in de klas? Wie denkt er meteen iets heel anders? Bespreek wat de leerlingen goed vinden gaan in de klas, en wat er volgens hen verbeterd kan worden. Zeg vooraf dat er geen namen genoemd mogen worden, want elkaar beschuldigen maakt het zeker niet prettiger in de klas. Wees daar streng mee!
Ga door op een verbeterpunt en vraag de leerlingen welke ‘wens voor de klas’ daarbij past. Geef hen vervolgens de opdracht, in een groepje te bedenken hoe iedereen kan zorgen voor een prettige sfeer in de klas.

Deel de groepjes in. Geef iedere leerling een klein blaadje en iedere groep een groot vel.
Instructie: Jullie gaan met jullie maatje / groepje bedenken wat jullie belangrijk vinden om prettig samen te kunnen werken, leren en spelen. Later maken we met de hele klas een top 10. Denk nu even voor jezelf na (een minuut stilte). Dan weet je zo meteen nog wat je in je groepje wilt zeggen.
Noteer de stappen op het bord:

  1. Denk zelf na over de regels die je het belangrijkst vindt. Probeer het te zeggen zonder het woord NIET te gebruiken. Schrijf of teken jouw ‘wensen voor de klas’ eerst voor jezelf op het kleine blaadje.
  2. Praat met elkaar over wat jullie hebben bedacht. Vertel om de beurt wat je favoriete wens is en waarom. Misschien vind je het belangrijk dat het stil is in de klas, omdat je je anders niet goed kunt concentreren. Of dat iedereen op tijd moet komen, omdat het stoort als iemand te laat binnenkomt. Probeer goed naar elkaar te luisteren.
  3. Bedenk samen hoe je jullie wensen kort kunt opschrijven op het grote blad.
  4. Schrijf ook nog samen andere wensen op die je belangrijk vindt.

Groepswerk: wensen noteren

De leerlingen gaan met kladblaadjes en het groepswerkblad aan het werk. Op het grote vel tekenen ze in het midden een cirkel met daarin: ‘Onze wensen voor de klas’, of ze schrijven dit midden op de placemat. Eerst denken ze een minuut stil voor zichzelf na en schrijven / tekenen ze wensen op hun kladblaadje, dan wisselen ze in vijf minuten hun ideeën uit en schrijven die op het werkblad. Benadruk dat ze om de beurt een idee op mogen schrijven, en dat je straks alle wensen gaat verzamelen om te kijken wat jij en de leerlingen kunnen doen om die wens uit te laten komen. Loop rond en steun waar nodig, vooral waar het samenwerken minder vlot verloopt.

Inventariseren + aanvullen

De groepjes blijven bij elkaar zitten. Zeg dat je wilt weten wat alle leerlingen samen bedacht hebben. Geef beurten.
Ieder groepje kiest een (nieuwe) wens die zij het belangrijkst vinden. Schrijf mee op het bord en nummer de regels. Maak waar nodig combinaties, maar vraag dan altijd instemming van de inbrengers: bedoelden jullie dat ook zo?
Als de leerlingen niets meer weten, geef dan suggesties voor dingen die er nog niet staan, bijvoorbeeld: Zorgen dat de klas netjes blijft, je klassentaken doen, regels voor samenwerken, spullen lenen, ruzie oplossen, wat je doet als er iemand gepest wordt, hoe je ervoor zorgt dat iedereen rustig kan werken.

Afsluiting

Sluit af met de constatering: Nu hebben we een hele serie wensen bedacht. Morgen gaan we samen een top-10 maken van de wensen die wij samen het allerbelangrijkst vinden. En dat zijn dan onze nieuwe ‘regels’ voor de klas.

Juf Marion (groep 4) zegt: ‘Ik denk soms dat kinderen het misschien niet zo fijn vinden in onze klas. Omdat er vaak ruzie wordt gemaakt en omdat jullie niet zo goed luisteren. Dan moet ik steeds boos worden en straf geven. Nu wil ik graag met jullie overleggen hoe wij nou trots kunnen zijn op onze klas, dat we echt denken: yes, onze klas is superleuk.’ De eerste reactie is: geen straf meer. Juf Marion legt uit: ‘Als ik geen straf mag geven, betekent het dat je geen straf verdiend hebt. Hoe gaan we daarvoor zorgen? Ahmed stelt voor: ‘Als we het een hele week goed doen, mogen we nog een spelletje doen, of knutselen, en vrijdag naar de voetbalkooi’. Juf Marion vraagt hoe klasgenoten elkaar kunnen helpen om die beloning ook te verdienen. Farik stelt voor: jongens gaan naast een meisje zitten en meisjes naast een jongen. ‘Als ze dan met elkaar praten, dan kun je dat gemakkelijk zien’. Farik gaat even voor de klas staan om te kijken welk gedrag hij goed vindt en wat niet. Hij doet het heel serieus en de leerlingen reageren op zijn aanwijzingen. Marion vraagt nog meer suggesties. Farik: ‘Als je iemand bijvoorbeeld schopt, zeg je gelijk sorry, dan hoef je niet meteen naar juf te gaan, dan ga je hem troosten, ff vrede met hem maken en dan ga je weer buiten spelen’.

Het groepje van Chantelle in de klas van juf Astrid heeft als wensen: ‘Dat de klas netjes is’, ‘Iedereen is lief’, ‘Iedereen voelt zich thuis’, ‘Niemand is verdrietig’, ‘Schone wc’s.’ Uit een ander groepje komen de wensen: ‘Meer speelgoed’, ’20 jaar geen ruzie’, ‘Een leuke klas’, ‘Goede spelling’ en ‘Luisteren naar de juf’. Een jongens groepje wil graag aan de slag met plussommen, minsommen, keersommen en procenten, en verder pokemons, drie playstations en een DS in de klas. Uit andere groepjes komen nog ideeën als: ‘Dat je geen papier verspilt’ en ‘Dat ruzies altijd worden opgelost’. Naar aanleiding van deze opsomming maakt Astrid een overzicht van taken in de klas, waar de leerlingen per toerbeurt in tweetallen verantwoordelijk voor worden. Daarnaast laat ze leerlingen regelmatig verslag doen van hoe ze een ruzie hebben opgelost, waarbij ze gebruikmaken van een stappenplan (zie In pais en vree / Eigen conflicten in beeld brengen / OLGA weet raad).

Afsluiting

Bespreek na welke wensen de leerlingen opvielen. Vraag aan welke wensen meteen al gewerkt kan worden, en hoe de leerlingen dat kunnen doen. Kies zelf een idee uit waar je iets voor verandert in de klas.

In groep 3/4 had een leerling als wens: ‘een lekkere geur in de klas’. Hij kreeg veel bijval. ‘Het stinkt hier altijd naar iets vies…’ Meester George kocht een geurkaars en zette die in de klas.
Hij was verrast door de betrokkenheid van de leerlingen. Ze werkten bijzonder serieus en noemden de knelpunten die de meester al vaak aan de orde had gesteld. Maar nu ze die zelf formuleerden, betekenden ze meer: we moeten er echt samen aan werken om het fijn te hebben samen. Meeste George besloot de leerlingen meer invloed te geven in de gang van zaken in ‘hun’ klas, en stelde voor om maandelijks een klassenvergadering te houden waarvoor leerlingen zelf onderwerpen konden inbrengen. (zie onder: Klassenvergadering in het schema ‘Inhouden’)