De emmer

Home → Thema’s & Lessen voor groep 1/2 → Sociale dilemma’s: poppenverhalen →

De emmer

Identiteit / sociale dilemma’s / de emmer, afmaakverhaal met poppen

‘Zullen we samen spelen?’

Kern: De leerlingen wisselen uit hoe je kunt bereiken dat een ander het speelgoed deelt.

Thema: Om de beurt gaan

Specifieke doelen Sociale competentie:

  • De leerlingen krijgen inzicht in het effect van eigen handelen op anderen
  • Ze ontlenen zelfvertrouwen aan het besef dat ze positief kunnen bijdragen aan het groepsproces
  • Ze kunnen zich verplaatsen in het standpunt van een ander
  • Ze krijgen handelingsalternatieven aangereikt door klasgenoten en oefenen daarmee

Taal: tussendoelen EN
Kinderen hebben een positief zelfbeeld als spreker en luisteraar
In het poppenspel voelen de leerlingen zich vrij om te spreken en te handelen
Het verwoorden van gedachten en denkvragen
De leerlingen verwoorden hun motieven voor gedrag
Het gebruik van complexe taalfuncties (redeneren, vergelijken, concluderen)
De leerlingen zien in dat er in iedere sociale situatie meerdere handelingsalternatieven zijn
Reflectie op communicatie
De leerlingen leren vaste taalpatronen in alledaagse situaties herkennen; ze oefenen met verschillende communicatiestijlen
Leerlingen kunnen hun mening geven
De leerlingen verwoorden wat zij zouden doen in verschillende sociale situaties en geven feed-back op de reacties van klasgenoten
Het taalgebruik non-verbaal ondersteunen
De leerlingen realiseren zich wat het effect kan zijn van woordkeuze, intonatie, lichaamshouding en volume

Vooraf
Lees het verhaaltje en oefen de scene met de poppen.

Middelen
Poppenhuispopjes (Isa en Dora, met naamstickers als geheugensteuntje voor jezelf)
Popje juf /meester – staat iets verderop met haar gezicht de andere kant op
(Poppenfamilies zijn te koop bij o.a. PLAN Toys, via de speelgoedwinkel (www.plantoys.com). Voor plm 20 euro per stuk zijn in Nederland een witte en een creoolse familie verkrijgbaar, bestaande uit een vader, moeder (die als meester / juf kunnen dienen), een jongen en een meisje.)
Attributen bij het verhaaltje: een zandbak (bv de deksel van een schoenendoos, een emmer (bv de dop van een flacon wasmiddel).
Een digitale foto-of videocamera
Een eigen weblog voor de klas

Organisatie: Groepje van 2 tot 4 leerlingen

Attribuut: 1 plastic dop als emmer

Inhoud

1. Verhaal aanbieden

Stel eerst de 3 popjes voor als Isac, Dora en juf, of bedenk zelf namen. Kondig aan: ‘Ik ga een verhaaltje vertellen, maar het is niet helemaal af. Het eind gaan wij zelf verzinnen.’
Beeld de scènes een voor een uit met de popjes, tot het moment dat de sociale situatie uitnodigt tot handelen.

De emmer
Het is speelkwartier. Dora zit in de zandbak. Ze speelt met de emmer. Ze bakt grote taarten van zand, er staan er al wel vijf op de rand van de zandbak.
Isac komt aanlopen. Hij vraagt: ‘Mag ik meedoen? Mag ik ook taarten bakken?’ ‘Goed,’ zegt Dora, ‘Maar er is maar één emmer’.
‘Nou,’ bedenkt Isac, ‘Jij hebt hem net gehad, dan wil ik hem nu.’
‘Goed’, zegt Dora, ‘jij mag even, en dan ik weer, we doen om de beurt.’ Isac maakt één taart en dan zegt Dora: ‘Nu ben ik weer ….’
Maar Isac blijft taarten bakken. Hij wil het emmertje niet meer afgeven. Dora zucht en zegt nog eens: ‘Nu ben ik weer, hoor.’
‘Nee,’ antwoordt Isac, ‘jij was in de winkel en jij ging de taarten verkopen’. Maar dat wil Dora niet.
Ze zegt: ‘Ik was het eerst met taarten bakken, en nu wil ik de emmer.’ Dora probeert de emmer af te pakken, maar Isac duwt haar weg.

2. Verhaal afmaken

Vraag aan de leerlingen: hoe denken jullie dat het verhaal verder gaat?
Geef de kind-popjes aan twee leerlingen. Herhaal nog kort even de situatie: wat waren ze aan het doen en wat is er gebeurd? Wat kan dit poppetje nu doen, en dat poppetje? Laat de leerlingen in hun pop-rollen oplossingen spelen, terwijl ze de popjes manipuleren. Speel zelf de juf, dan kun je het spel richting geven en de leerlingen stimuleren om nog andere oplossingen te bedenken.
Benoem af en toe de emoties van de popjes of vraag dat aan de leerlingen. Laat hen het verhaaltje verder spelen met de popjes Isa en Dora. Stel als ‘juf’ of ‘meester’ met de bijpassende pop af en toe vragen als: Hoe voelt Dora zich? Hoe voelt Isa zich? Wat kan Dora ook zeggen of doen? En Isa? Wie weet nog een andere oplossing?
Vraag eventueel de andere leerlingen of ze het verhaaltje ook nog eens willen spelen. Bespreek na afloop de gevonden oplossingen: welke vinden de leerlingen het beste?

Juf Kim heeft het verhaal voorgelezen aan vier leerlingen van groep 1. Ze bedenken vijf verschillende oplossingen.

1. Selina speelt een ‘gewenste’ situatie in de geest van Samen delen, samen spelen: ‘Mag ik alsjeblieft de emmer?’ ‘Nee, die is van mijn’. ‘Nee die is van mij.’ ‘Okee, dan krijg je hem’.
2. Bij Manu ontstaat er een vechtpartij: ‘Mag ik de emmer?’ ’Die is van mij, jij mag die niet’. Popje Dora slaat Isa. ‘Au, dat doet pijn.’ Maar geef je hem nu?’ ‘Neehee, nee, die heb ik gepakt.’ Popje Isa slaat nu popje Dora uit de zandbak. Juf Kim vraagt aan de anderen hoe ze dat weer gaan oplossen.
Manu maakt haar ruzieverhaal zelf af: Met popje Dora stapt ze naar pop juf: ‘Juffrouw, ik mag niet de emmer, en ze heeft me ook geslagen.’ ‘Ik was niet als eerste gaan plagen’. ‘Ik was hier als eerste geweest’. En juf zegt dan: ‘O, o, o, Isa, nu mag Dora’. Manu: ‘En die geeft een knuffel’. (ze duwt de twee poppengezichtjes en lijfjes tegen elkaar aan). ‘En toen mochtie de emmer.’
3. Bülent maakt er een super korte dialoog van: ‘Mag ik ook?’ ‘Ja’.
Als Selina nog een oplossing wil spelen, geeft Manu haar een tip”’Je moet zeggen: samen delen, samen spelen.’
4. Selina gaat met het popje naar de juf: ‘Juf, ik kom met de water spelen’. En dan laat ze de ander ook zeggen: ‘En ikke ook, ik wil ook naar de water spelen.’ Juf Kim concludeert: O, dus ze gaan samen wat anders spelen, en ze laten de emmer liggen. Dat is ook een oplossing.’
5. Als Selina het verhaaltje nog eens speelt voor de hele groep, verzint ze nog een vijfde variant. Popje Dora gaat klagen bij de juf en zegt met een zeurstem: ‘juhuf, ik had de emmer eerst’. ‘Dan ga je het gewoon vertellen’. ‘Maar ik heb het al gezegd’. ‘Dan moet je het nog een keer zeggen.’ Dat doet Dora: ‘Lisa, ik had hem als eerste’. ‘O, dan mag je hem weer’.
En als juf Kim om nog een andere oplossing vraagt, laat Selina de juf-pop de emmer afpakken, ‘Want jullie zijn ruzie aan het maken.’

Manu speelt voor de hele groep de oplossing die Selina eerder bedacht. Ze laat Dora en Lisa tegen elkaar zeggen: ‘Samen spelen, samen spelen’ en daarop gaan ze samen bij de watertafel spelen. Als juf Kim vraagt of ze dan de emmer niet meer nodig hebben, antwoordt Manu: ‘Jawel, ze gaan er samen water in doen.’

3. Afsluiting

Vraag: wie vond je gemeen, was het eerlijk? Vat samen: je kunt dus verschillende dingen doen (….opsommen)
Vraag een paar leerlingen: Wat zou jij zelf doen?
Laat de leerlingen na het spel de gevonden oplossingen nog eens herhalen, dan worden ze zich meer bewust van de verschillende handelingsalternatieven.

4. Verwerking

Speel, als kinderen geïnteresseerd zijn, het verhaaltje nog eens met een individuele leerling en geef het kind een rol die afwijkt van haar / zijn normale manier van doen. Bijvoorbeeld: Dora wordt gespeeld door een assertief meisje, Isa door een bescheiden meisje.
Zet eventueel de popjes en zandbak + emmer in de huishoek, en nodig de leerlingen uit om het rollenspel zelf voort te zetten of over te doen.

Na de kring legt juf Kim de popjes en de attributen op een tafel, zonder er iets bij te zeggen. Al snel komt Selina vragen: ‘Juf, mag ik hiermee spelen?’ Vervolgens vraagt ze: ‘Wie wil met mij?’ Manu pakt het juf-popje en zegt: ‘Ik ben de juffrouw’. Maar dat wil Selina niet. ‘Ik was de juffrouw. Samen delen, samen spelen.’ ‘Sorry’, zegt Manu, en ze geeft de juf-pop terug aan Selina en pakt zelf de Dora-pop. Die zegt tegen juf: ‘Ik ben gevallen’. Juf lost het probleem tussen Lisa en Dora op door hen elkaar een handje te laten geven. Malvin gaat meedoen. Hij speelt baby en geeft het verhaal een nieuwe draai, met een mama en een grote broer.

Publiceren op het weblog

Maak eventueel video-opnames van het rollenspel en zet de video op het weblog van de klas, met als titel: Dit kun je doen als je om de beurt wilt gaan.

Drie weken geleden heeft een groepje leerlingen het poppenverhaal De Emmer gespeeld. Als de popjes weer tevoorschijn komen, zegt Louise: ‘Dat met die zandbak, dat had ik toch al afgemaakt?’ ‘Ja’, antwoordt juf Els, ‘dat heb je al gedaan.’ Dan komen de anderen er ook bij staan. ‘Wij hebben het ook gedaan, he?’ Juf bevestigt dat en vraagt: ‘Weten jullie nog van je gezegd had?’
‘Ja‘, zegt Louise, ‘ik had gewoon de emmer gegeven.’ Viola voegt er aan toe:
‘En ik had gezegd: Stop, hou op’. ‘En ik zei dat ze naar de juf moesten gaan’, vult Ashna aan. ‘Ik was de juf’, weet Bira nog, ‘en ik zei: ‘samen delen, samen spelen.’
De leerlingen hebben hun rol goed onthouden, en de handelingsalternatieven lijken te beklijven.

Volgens juf Kim doen de leerlingen door dit soort uitwisselingen ideeën op voor wat je kunt doen in sociaal lastige situaties.

Tip 1
Verwijs de komende tijd, bij voorvallen in de klas, naar deze mogelijke keuzes. Wat deed een leerling? Waarom, en hoe werkt het uit? Wat zou een ander gedaan hebben? Let op wanneer leerlingen uit zichzelf de beurten goed regelen en haal ook die situaties naar voren.

Tip 2
Voor sommige leerlingen is het moeilijk om van de popjes af te blijven. Zeg hen vooraf dat ze na het verhaal nog even zelf met de popjes mogen spelen.

Tip 3
Bedenk zelf scènes die aansluiten bij gebeurtenissen in de klas, zonder dat leerlingen zich er direct in kunnen herkennen.